Extra informatie:Deze novelle speelt zich af in twee ver uiteenliggende, maar nauw met elkaar vervlochten episoden: de eerste in de jaren voor de Opstand tegen Spanje, de tweede in de lente en zomer van 1572, als een reeks van Hollandse steden zich bij de Opstand aansluit. De nijpende situatie van de geloofsvervolging in de Nederlanden door de Spaanse monarchie herhaalt zich in beide episoden, en wel in het persoonlijke leven van de notarisklerk-calligraaf Barthold Vermuyen. Als zoon van een te Munster omgekomen Wederdoper beleeft hij heel de tijdsproblematiek (rebellie en geloofstrouw) onverbiddelijk en van nabij - zo zelfs dat een versagen voor de kettermeesters in zijn jeugd hem belast met een zwaarwegend schuldgevoel jegens een geliefde die voor de nieuwe religie is omgekomen. Na jaren van zwerven en zelfvernedering vindt hij in Dordrecht een zekere rust. De verovering van Den Briel door de Geuzen wekt in Dordrecht bij volk en regenten een politieke en godsdienstige crisis. Barthold Vermuyen is een van de eersten die door de Spaansgezinde schout wordt gearresteerd. Ten overstaan van beul en inquisiteur vallen de twee beslissende episoden in zijn leven samen.
